
Je kunt thuis bevallen als jij en je kind gezond zijn en je 37 weken of langer zwanger bent.
Kenmerken thuisbevalling:
- Je hebt minder kans op medische ingrepen, zoals hormonen om de weeën op te wekken, een ruggenprik of een pompje voor pijnbestrijding, dan bij een poliklinische bevalling.
- Je hebt minder kans op inknippen tijdens de bevalling.
- Vrouwen die thuis beginnen aan de bevalling bevallen vaker spontaan, zonder vacuümpomp of keizersnede.
- De baby en jezelf komen niet in aanraking met ziekenhuisbacteriën.
- Je hoeft niet op pad met weeën: wij komen naar jou toe. Ook na de bevalling hoef je niet te verhuizen: je kunt douchen in je eigen badkamer en dan in je eigen, schone bed liggen.
- Je hebt de regie grotendeels zelf in handen. Het opstellen van een geboorteplan helpt bij het kenbaar maken van je wensen.
- De kraamverzorgster die bij de bevalling ook aanwezig is blijft de eerste uren na de bevalling om je te ondersteunen. Zij voert de verzorging van jou en je baby uit, maakt je wegwijs en ruimt op
- Thuisbevalling wordt volledig vergoed door het basispakket van alle verzekeraars.
Als er complicaties optreden, moet je alsnog naar het ziekenhuis. Houd er rekening mee dat bij een eerste bevalling 63,2% van de bevallende vrouwen alsnog naar het ziekenhuis wordt verwezen. Meestal is verplaatsing naar het ziekenhuis tijdens de bevalling geen spoed, en kun je gewoon rustig aan naar het ziekenhuis, net als bij een poliklinische bevalling. Als er wel spoed is, of je kunt niet met eigen vervoer, dan ga je met de ambulance. Dat regelt de verloskundige. Echte spoed komt in ongeveer 3% van de bevallingen voor.
Wil je medische pijnbestrijding als een ruggenprik, een injectie met pethidine of een pompje met remifentanil, dan moet je daarvoor naar het ziekenhuis. Pijnverlichting als steriel waterinjecties, acupunctuur, acupressuur, geboorteTens en ontspanningstechnieken kun je gewoon ook thuis toepassen.

Wil je meer weten over thuis bevallen?